UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE

Het UMC Utrecht huisvest het UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE. Binnen dit centrum wordt multidisciplinair samengewerkt door een internist-vasculair geneeskundige, oogartsen, radiologen, een vaatchirurg, klinisch geneticus en een dermatoloog. Door deze unieke samenwerking kunnen patiënten binnen 1 centrum terecht bij alle noodzakelijke experts op het gebied van deze zeldzame ziekte. Patiënten krijgen op 1 dag alle noodzakelijke onderzoeken die nodig zijn om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de (mogelijke) aantasting van de ogen, bloedvaten en huid. Afhankelijk van de bevindingen zullen patiënten (preventieve) behandelingen op maat krijgen. Daarnaast heeft het UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE verder tot doel wetenschappelijk onderzoek te initiëren om de diagnostiek en behandeling bij PXE-patiënten te verbeteren.

Contact met UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE via telefoonnummer 088-7556312 of email: poli-vasculaire@umcutrecht.nl

Onderzoeken

TEMP-studie

Onderzoekers van het UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE hebben de afgelopen jaren samen met patiënten hard gewerkt aan de TEMP-studie. Deze studie, met als doel de effectiviteit en veiligheid van het bisfosfonaat etidronaat te onderzoeken bij patiënten met PXE, is inmiddels afgerond en gepubliceerd in het tijdschrift Journal of the American College of Cardiology.

Resultaten van de TEMP-studie

In het algemeen zijn de resultaten veelbelovend. Natuurlijk moeten we voorzichtig zijn met onze conclusies en zijn er belangrijke zaken die we nog verder moeten onderzoeken.

Bij de 74 deelnemers werd, zoals vooraf afgesproken, geloot voor een behandeling. 37 mensen kwamen in de etidronaatgroep en 37 mensen in de placebogroep. 37 mensen in de etidronaatgroep en 36 mensen in de placebogroep hebben het hele onderzoek voltooid.

De behandeling met etidronaat vertraagde de verkalking in de beenvaten. Kalk in de beenvaten, gemeten op de CT-scan, nam tijdens het jaar van de TEMP-studie (gemiddeld) met 8% toe bij mensen die niet behandeld werden (in de placebogroep). Bij mensen die wel behandeld werden met etidronaat (in de etidronaatgroep) nam kalk in de beenvaten juist af met 4%. Dit is een belangrijk (en significant) verschil.

Verder bleek de behandeling met etidronaat minder dreigende oogachteruitgang door ongewenste vaatnieuwvormingen te geven. De behandeling verminderde de activiteit van oogheelkundige ongewenste vaatnieuwvormingen. Tijdens het onderzoek werd het netvlies hiervoor met foto’s en scans elke drie maanden beoordeeld, zonder dat bekend was in welke behandelgroep mensen zaten. Van de mensen die niet behandeld werden (in de placebogroep) hadden 9 mensen een dergelijke dreigende oogheelkundige achteruitgang. Van de mensen die wel behandeld werden (in de etidronaatgroep) had 1 persoon een dergelijke dreigende achteruitgang. Ook dit is een belangrijk (en significant) verschil.

We zagen tijdens het jaar van de TEMP-studie geen belangrijke verschillen in de veiligheid tussen de etidronaat- en de placebogroep. Bij 18 deelnemers, die allemaal in de etidronaatgroep zaten, werd tijdens het innemen van de medicijnen een hoog fosfaatgehalte gevonden. Dit is een onschuldige bijwerking die in alle gevallen zonder behandeling verdween. Verder werden geen verschillen gevonden in bloedwaarden tussen beide groepen. Bijwerkingen kwamen weinig voor en waren gelijk verdeeld over de twee groepen.

Geen relevant en significant effect werd gevonden van behandeling met etidronaat op de activiteit van de vaatverkalking, gemeten met de speciale PET-CT scan. Verder werden in het jaar van de TEMP-studie geen significant effect van de behandeling gevonden op de dikte van de vaatwand (gemeten met echokop), de stijfheid van de vaatwand en de kwaliteit van leven. Ook vonden we geen significant effect op de gezichtsscherpte en het aantal ooginjecties tussen beide groepen.

Hoe nu verder?

Zoals genoemd vinden wij de resultaten veelbelovend, maar er zijn ook een aantal zaken die verder uitgezocht moeten worden. Etidronaat is de eerste bewezen behandeling die de gevolgen van de ziekte PXE kan voorkomen. Dit kunnen we echt als een doorbraak beschouwen.

We zijn echter nog niet klaar met de onderzoeken. Zo zijn we nog een techniek aan het ontwikkelen om de verkalking onder het netvlies (het membraan van Bruch) te kunnen meten in de beelden die we gemaakt hebben. Op die manier kunnen we onderzoeken of het medicijn etidronaat ook daadwerkelijk de verkalking onder het netvlies (membraan van Bruch) tegengaat. Verder heeft een deel van de deelnemers ook een MRI-scan van de hersenen gekregen. Hier zullen we nog specifieke metingen aan doen om te onderzoeken of de behandeling effect heeft op de hersenen. Daarnaast onderzoeken wij met de gegevens van het TEMP-onderzoek hoe het kan dat de remming van de verkalking in de beenvaten niet gevonden is met de speciale PET-CT scan. Waarschijnlijk meet de PET-CT scan niet wat we vooraf dachten.

Wij denken dat deze resultaten een mogelijke behandeling voor PXE hebben opgeleverd. Er is veel ervaring met het gebruik van etidronaat en de bijwerkingen zijn acceptabel. De veiligheid van etidronaat behandeling op lange termijn (na 10 jaar) is echter grotendeels onbekend, zeker bij patiënten met PXE.

We zouden etidronaat dus als behandeling van PXE willen aanbieden aan PXE- patiënten. Op dit moment is de registratie van het medicijn etidronaat in Nederland verlopen en kan daarom niet meer als regulier medicijn worden voorgeschreven. Wij hebben daarom toestemming gevraagd aan de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) om dit middel te mogen voorschrijven en uitleveren via de ziekenhuisapotheek van het UMC Utrecht, waar het UMC Utrecht Expertisecentrum voor PXE is gehuisvest. We hopen binnen een paar weken duidelijkheid te krijgen van IGJ of wij hier toestemming voor krijgen. Mochten we deze toestemming krijgen, betekent dit niet dat het medicijn ook vergoed gaat worden door uw zorgverzekeraar. Het is immers een niet-geregistreerd geneesmiddel. De kosten van de behandeling zijn nu nog onduidelijk, maar zullen waarschijnlijk hooguit een paar honderd euro per jaar bedragen. Uiteraard gaan we als we het medicijn mogen voorschrijven ook proberen de vergoeding geregeld te krijgen bij zorgverzekeraars.

Er is nog niets bekend over de veiligheid en effectiviteit van behandeling met etidronaat bij PXE op lange termijn. Wanneer een behandeling gestart wordt, willen wij daarom jaarlijkse controles doen voor veiligheid én effectiviteit.

Onderzoek op de afdeling oogheelkunde

In het UMC Utrecht wordt er ook namens de oogheelkunde onderzoek gedaan naar PXE. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is tweeledig: in eerste instantie willen we inzichtelijk krijgen hoe vaak de oogafwijkingen in PXE voorkomen en hoe dit behandeld kan worden. Daarnaast willen we ontrafelen wat er nou precies gaande is in ogen met PXE. Dit doen we door te kijken naar oogheelkundige beeldvorming (bijvoorbeeld netvliesscans) en weefselonderzoek.

Meer onderzoek is nodig. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de rol van pyrofosfaat bij PXE, vroege veranderingen in PXE en de lange termijn effecten van etidronaat als nieuwe behandeling bij PXE. Naast etidronaat zijn nieuwe, alternatieve behandelingen in ontwikkeling, die echter nog veel onderzoek vergen. Uw financiële bijdrage om het onderzoek in PXE te versnellen is zeer gewenst!

Menu